De wedstrijden spelen in het begin een alles beheersende rol in het verenigingsleven. De ijsvereniging was de eerste sportvereniging die in Leek voor spektakel zorgde. De mensen kwamen in grote getalen naar de ijsbaan als er een wedstrijd werd gehouden en niet alleen die uit het eigen dorp maar ook uit de wijde omgeving. Alle dorpen in de buurt van Leek waren op de schaats gemakkelijk te bereiken en zeker is dan ook dat zo'n wedstrijd voor de hele streek een belevenis was.
Voorafgaand aan een wedstrijd werd er vaak een bestuursvergadering gehouden. Van iedere vergadering is een uitvoerig verslag bijgehouden waarin steeds weer aan de orde komt: Wat voor soort wedstrijd het moet worden (mannen, vrouwen of jongens); Wanneer de wedstrijd gehouden zal worden; Hoe groot het prijzen bedrag zal zijn; Bij welk café de inschrijving van de schaatsers en de uitreiking van de prijzen zal plaatsvinden. Over al deze zaken moest worden gestemd.
En dan kwam het eigenlijke werk nog: De baan moest worden uitgezet met palen en touw, verkleedtentjes moesten van palen en zeildoek gemaakt worden, vlaggen moesten worden gehesen, de muziektent moest worden opgebouwd en ingericht, de baan moest sneeuwvrij gemaakt worden, advertenties in de Provinciale Groninger Courant en de Provinciale Drentsche Courant, enz. En dat alles moest plaats vinden ergens op de Nienoordsche vlakte bij temperaturen soms ver onder nul en een harde oosten wind. Soms was al het werk voor niets en kon de wedstrijd niet doorgaan.
Muziek bij de baan en dan vooral bij de wedstrijden was eigenlijk noodzakelijk, maar de grammofoon en radio moesten in 1871 nog uitgevonden worden. Men was dus aangewezen op "live" muziek. Muziekvereniging 't Leeksterbloempje, één van de oudste verenigingen van Leek, zorgde vaak voor deze muziek op de baan en bij de prijsuitreikingen 's avonds in de zaal.
De prijsuitreiking 's avonds werd door vele mensen bijgewoond. Er werd een echt feest van gemaakt met muziek, het voordragen van gedichten en later ook dansen. De bezoeker moest wel entree (ƒ0,25) voor deze prijsuitreiking betalen.
1876: "Na afloop stroomde de menigte naar het dorp terug om getuige te zijn van de overrijking der prijzen ten huize (café) van J.H. de Boer. Het bestuur kwam de gelagkamer binnen: De muziek liet het volkslied horen. Daarna werden door de voorzitter onder gepaste toespraken de prijs en premie aan de winnaars ter hand gesteld, terwijl daarna nog menig toast gebragt werd op den bloei der ijsvereniging Leek".
De deelnemers aan de wedstrijden moesten zich ver van te voren inschrijven, vaak al in de ochtend. De commissie van aangifte en loting van de ijsvereniging nam dan plaats in het café van één van de kasteleins die lid waren van de ijsvereniging. De volgende wedstrijd werd er dan weer geloot, maar mocht de kastelein wiens café al in voorgaande vergaderingen uitgeloot was niet meer meedoen. Iedere kastelein kwam dus wel een keer aan de beurt.
Advertentie Eerste schaatswedstrijd in Leek 14 januari 1876.
Eerste wedstrijd.
De eerste wedstrijd die het bestuur van IJsvereniging Leek organiseert op 14 januari 1876 is direct al een topper. Geen wonder, de eerste prijs is honderd gulden plus een zilveren Leekster Tak. Die ƒ100,00 is voor die tijd een heel groot bedrag, maar de Leekster Tak was een kleinood te vergelijken met een Elfsteden kruisje. De eerste prijs ging naar Jelte Binnes van der Meer (1847-1929) uit Oenkerk (Oentsjerk, Friesland). Hij had dus met een paar minuten hard schaatsen een bedrag verdiend waar hij anders drie maanden voor moest werken.
De eerste dame die een zilveren Leekster Tak heeft gewonnen is Anna Bron uit Zevenhuizen. Op 26 januari 1885 ontving zij als winnaar 25 gulden en een zilveren Leekster Tak.
Eerste zilveren Leekstertak, 14 januari 1876
Friezen mogen niet meer meedoen.
Aangezien in de beginjaren van de wedstrijden veel Friezen met de prijzen aan de haal gingen, werd er op een gegeven moment door het bestuur bepaald dat alleen rijders uit Groningen en Drenthe zouden worden toegelaten. "Het lid Tadema vraagt wat toch de reden kan zijn dat alleen rijders uit Groningen of Drenthe zullen worden toegelaten? De voorzitter antwoordt hierop: dat vroeger hier reeds rijderijen zonder uitsluiting gehouden waren, maar toen gebleken is dat de Friezen de andere Provinciën ver vooruit waren".
Advertentie met aankondiging van een wedstrijd (zonder Friezen).
Medaille van de Koningin (Wilhemina).
Zondag 28 januari 1917 is werkelijk een belangrijke dag voor de IJsvereniging Leek. Er was die dag een wedstrijd voor vrouwen uitgeschreven met als eerste prijs een zilveren Leekstertak en ƒ50,00. "Des zondagsmorgen om 8 uur werd het bestuur aangenaam verrast door een telegram waarin werd medegedeeld dat H.M. de Koningin een bronzen medaille beschikbaar stelde voor deze wedstrijd. Besloten werd deze aan de prijswindster uit te reiken. Het weer was prachtig en de banen uitstekend. Er was veel publiek aan de baan en er werden 750 kaarten verkocht. Toen de voorzitter tijdens de prijsuitreiking gewaagde van de medaille en er op wees dat het een verblijdend teeken was dat H.M. de Koningin zich bemoeide met de ijssport barste het publiek in luid applaus uit".
De eerste prijs: de bronzen medaille van H.M. de Koningin en de zilveren Leekstertak plus een bedrag van vijftig gulden werd gewonnen door mej. G. Venema-Brouwer uit Bergum. In Friesland beter bekend als : Teake's Gels. Ze won in haar leven meer dan honderd eerste prijzen, waarvan in totaal vier keer in Leek. Vrouwen reden in die tijd nog in een lange rok maar als het er op aankwam dan deinsde Gelske er niet voor terug om die uit te trekken, zodat ze in haar onderbroek met bandjes reed. De tegenstander was dan meestal bij voorbaat verslagen.
Winter 1929.
In 1929 was het een strenge en langdurige winter. Men reed toen met vrachtauto's over de Waddenzee naar de eilanden. Deze winter duurde zonder onderbreking van begin januari tot eind februari. Na een ledenrijderij op 8 januari en een vrouwenrijderij op 10 februari wordt er een grote mannenrijderij uitgeschreven. Het bleef maar vriezen en dan besluit het bestuur om op 17 februari op de ijsbaan een harddraverij met paard en arrenslede te houden. Het ging er nogal woest aan toe en de bochten waren aan de krappe kant, het gevolg was dan ook dat enkele deelnemers met hun slede op de kant gingen.
Het bestuur van IJsvereniging Leek op zondag 10 februari 1929. Van links naar rechts: Jan Hut, Levi Levij, Harm Feringa, Harm Oosterhof, dhr. Noorman, Henderik Beereboom (voorzitter), Eesge Dijkstra, Gerrit Kuiper, dhr. Boerema en de winnares van de hardrijderij voor dames mej. G. Woudstra uit Doniaga.
Uit Nieuwsblad van het Noorden: wedstrijd zaterdagmiddag 08 februari 1954. Nadat burgemeester mr. W.J.Ph. van Waning een lint had doorgeknipt stormden ruim 150 rijders naar voren voor de Leekster VVV wedstrijdtocht (in samenwerking met ijsvereniging Leek) die werd gewonnen door H. Tinge uit Zeijen.