Historie.

IJsvereniging Leek is opgericht op 5 december 1871. Uit de eerste bladzijde van het notulenboek van de Algemene Ledenvergadering blijkt dat er 19 personen bij elkaar zijn gekomen om de ijsvereniging Leek tot leven te roepen. Het was de oprichters destijds te doen om schaatswedstrijden op natuurijs te organiseren. Maar waarom heeft men zich dit doel gesteld? 

(Uit: De Groninger Courant 14-10-1840)

Uit krantenonderzoek weten we dat de Gemeente Leek al vele jaren voor de oprichting van IJsvereniging Leek schaatswedstrijden organiseerde. Eén van de oprichters van IJsvereniging Leek is mr. J. Leuringh, burgemeester van de Gemeente Leek van 1859 tot 1865 en gedeputeerde van de Provincie Groningen. Hij had waarschijnlijk enige ervaring met het organiseren van schaatswedstrijden.

We weten ook dat het dorp Zuidhorn één jaar eerder een ijsvereniging heeft gekregen en dat kan wel eens een belangrijke stimulans zijn geweest. Verder was Leek door zijn Leekstertak voor iedere schaatsenrijder uit de wijde omgeving een begrip en had men daardoor veel contact met schaatsers uit Friesland waar al veel ijsverenigingen waren. Bovendien had Leek economische banden met het schaatsen wegens het vervaardigen van Leekstertakken. 

De wedstrijden spelen in het begin een alles beheersende rol in het verenigingsleven. De ijsvereniging was de eerste sportvereniging die in Leek voor spektakel zorgde. De mensen kwamen in grote getalen naar de ijsbaan als er een wedstrijd werd gehouden en niet alleen die uit het eigen dorp maar ook uit de wijde omgeving. Alle dorpen in de buurt van Leek waren op de schaats gemakkelijk te bereiken en zeker is dan ook dat zo'n wedstrijd voor de hele streek een belevenis was.

Er werd in die tijd gestreden om grote geldprijzen en zilveren Leekster Takken. Maar na verloop van tijd nam het aantal deelnemers, maar vooral ook het aantal betalende toeschouwers, sterk af. Eerst leverden de wedstrijden geld voor de verenigingskas op, maar later kostten ze alleen maar geld en was de animo om deze wedstrijden te organiseren niet groot meer. 

Tegenwoordig is het belangrijkste doel van de vereniging het in stand houden van een goede natuurijsbaan. Het 10-koppige bestuur en de vele vrijwilligers zetten zich gedurende een natuurijsperiode steeds weer in om volop schaatsplezier mogelijk te maken voor zowel de beginnende als de gevorderde schaatser. 


Naast het beheer over de prachtige natuurijsbaan op Landgoed Nienoord is IJsvereniging Leek organisator van de Leekstermeertoertocht. Deze tocht organiseren wij indien de ijsdikte op het Leekstermeer en Leekster Hoofdiep dit toelaat.


Bat is uut!
Omdat IJsvereniging Leek de geschiedenis van de schaatssport in Leek levend wil houden heeft het bestuur in 2016 de slogan “Bat is uut!” omarmd. Dit Westerkwartierse (Groningse) gezegde hebben we omarmd als slogan voor onze vereniging, met een knipoog naar vroegere tijden en ook een beetje uit nostalgie.

Bat is uut! Schaatsen op het Leekster hoofddiep ter hoogte van de Bosweg.

Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw lag het dorp Leek nog aan het doorgaande Leekster Hoofddiep. Eeuwenlang voor vele schaatsers uit Friesland en Groningen een belangrijk doel, als het ijs voldoende dik was. Van heinde en verre schaatsten zij dan naar Leek vanwege de felbegeerde Leekster Tak, misschien wel bekender op zijn Fries als Liekeblom. Getooid met dit kleurige papieren zegeteken huiswaarts keren was het bewijs dat een schaatsprestatie van formaat geleverd was, niet in de laatste plaats vanwege de soms grote afstand die was volbracht maar zeker ook omdat deze tocht over het Leekstermeer niet altijd zonder gevaar was.

Als gevolg van deze aantrekkingskracht op het dorp Leek was het ten tijde van schaats-ijs dan ook een drukte van belang. Drukte, die voor menig neringdoende van harte welkom was in de winterperiode. De kasteleins van de talloze hotels en cafés was er dan ook veel aan gelegen om klandizie in hun zaak te krijgen voor de nodige consumptie. Daarvoor moesten de schaatsers natuurlijk hun etablissement vanaf het ijs wel kunnen bereiken. Om dat mogelijk te maken werd vaak een smalle loopbrug uitgelegd vanaf de kade naar het ijs, zoals dat op vele plaatsen langs kanalen gebruikelijk was. In het Gronings wordt zo'n loopbrug of loopplank ook wel een bat of batting genoemd. Dit verklaart ook de Groningse uitdrukking 'batlopen', gelijk aan het wellicht bekendere 'klunen' uit het Fries. Dus, als het ijs dik genoeg was om te schaatsen werd de loopbrug uitgelegd, oftewel lag de bat uit. In het Gronings benoemd als "Bat is oet!" en in goed Westerkwartiers als "Bat is uut!".

Dus als het "bat uut is" kan er geschaatst worden op natuurijs en is de ijsbaan open. (klik hier voor het schaatsverhaal Bat is uut! van Henk Doedens - Dideldom.nu)

Op deze foto uit januari 1940 is te zien dat aan de Bosweg 'Bat uut is' met daarop een aantal schaatsers voorzien van een Leekstertak die zij zojuist van een koopvrouw hebben gekocht.